Politieke partijen weten door het koppelen van allerlei gegevens per buurt heel gedetailleerd wat mensen stemmen of overwegen te stemmen.

Door data van het CBS, het Kadaster en eerdere uitslagen van stembureaus in een buurt naast elkaar te leggen kunnen campagnestrategen per postcode bepalen hoe de politieke voorkeuren liggen.

Oprichter Frank van Dalen van campagnebureau de Politieke Academie legt in het Financieele Dagblad uit dat partijen met die gegevens heel gericht campagne kunnen voeren, omdat ze vrij nauwkeurig weten waar ze aan moeten bellen:

“Soms zijn de even nummers van een straat voor de VVD en de oneven nummers voor de PvdA. Zo fijnmazig weten we het.”

Toch is dit zogeheten ‘microtargeting’ nog lang niet zo ontwikkeld als in de Verenigde Staten waar databases worden gebruikt met informatie over vrijwel elke volwassene in het land. Zo ver kunnen Nederlandse partijen gezien hun beperkte budgetten helemaal niet gaan, als ze dat al zouden willen.

Facebook

Ook door de enorme opmars die sociale media de afgelopen jaren hebben gemaakt kunnen mensen steeds gerichter worden benaderd. Alle kliks, likes en deelgedrag op Facebook worden geanalyseerd om zo informatie op maat aan te kunnen bieden, zegt UvA-onderzoeker Tom Dobber in het FD:

"Een student met een groen hart krijgt bijvoorbeeld van GroenLinks de boodschap over studiefinanciering en de gepensioneerde krijgt het standpunt over de AOW in zijn tijdlijn."

Campagnes worden door de schat aan informatie die partijen kunnen verzamelen steeds efficiënter en effectiever, maar daar kleeft volgens Dobber ook een nadeel aan voor de democratie:

"Als de kiezer alleen wordt benaderd met thema’s die vanwege zijn clickgedrag relevant zijn en alleen door partijen die in hun politieke spectrum staan, dan krijgt de burger een eenzijdig beeld. Mensen maken dan eerder een keuze in hun eigen belang in plaats van het maatschappelijke belang."

Lees hier het artikel van het FD over de rol van data in de huidige verkiezingscampagne

.